De start van vesting Loevestein

Vanaf 1575 wordt op initiatief van Willem van Oranje begonnen met het moderniseren van de middeleeuwse verdedigingswerken rondom Loevestein. Eind 1589 worden een vijfhoekige omwalling met 3 bastions, een half bastion en een rondeel aangelegd. In 1651 wordt het middeleeuwse rondeel vervangen door een nieuw bastion. Sindsdien is de vorm van de vesting nauwelijks veranderd.

Aanleg van verdedigingslinie

Tijdens de Nederlandse Opstand is Loevestein een van de steunpunten in het oostelijke grensgebied van Holland. In het rampjaar 1672 vallen de Franse troepen van Lodewijk de XIV het land binnen. Snel wordt een verdedigingslinie tot stand gebracht. Vanaf 1673 wordt deze linie uitgebouwd tot een permanente verdediging: de Hollandse Waterlinie. Deze eerste Hollandse Waterlinie loopt van de Zuiderzee tot de Biesbosch. Het concept is eenvoudig, maar erg effectief. Delen van het land worden onder water gezet om te voorkomen dat de vijand kan oprukken. Een laag water van een halve meter diep over een breedte van 3 tot 5 km. blijkt niet te passeren voor soldaten en hun materieel. Hoger gelegen gebieden, die men niet onder water kan of wil zetten, worden met vuur verdedigd vanuit forten en sterkten. Het primaire doel van deze linie is de bescherming van het westelijke deel van het land, vooral het belangrijke, machtige Holland.

Nieuwe Hollandse Waterlinie

In 1815 besluit koning Willem I – op advies van Cornelis Krayenhoff, inspecteur-generaal der Fortificaties – dat Utrecht in de Waterlinie moet worden opgenomen. Er wordt een Utrechtse Linie aangelegd, die wordt uitgebouwd tot de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Tussen 1816 en 1824 worden veel forten gebouwd om de waterlinie naar het oosten op te schuiven. Ondanks deze nieuwe initiatieven wordt de Oude Hollandse Waterlinie gewoon afgebouwd. Die doet voortaan dienst als reservelinie. In 1874 bepaalt de Vestingwet dat de Nieuwe Hollandse Waterlinie onderdeel wordt van het centrale verdedigingsstelsel van de Nederlanden.

Ook de Nieuwe Hollandse Waterlinie is gebaseerd op waterbeheersing en overstromingen. Alleen zijn deze overstromingen nu uitgebreider en beter beheersbaar. Over een lengte van zo’n 85 km (van Muiden tot Werkendam) kan een strook polderland van 5 km breedte onder water gezet worden. Verder bestaat de linie uit forten en batterijen die waterkeringen en inlaatpunten beschermen en niet te inunderen terreinstroken afsluiten. Tussen 1815 en 1885 worden veel nieuwe forten gebouwd. Bestaande forten worden gemoderniseerd en onder andere voorzien van bomvrije bunkers. In de vesting Loevestein wordt in 1882/3 de kazemat gebouwd.

Haar militaire waarde verloren

De Nieuwe Hollandse Waterlinie is nooit in werking gesteld. Wel is de waterlinie drie keer in stelling gebracht. De eerste keer was tijdens de Frans – Duitse Oorlog van 1870 – 1871. De tweede keer was tijdens de Eerste Wereldoorlog van 1914 – 1918. Een Duits spionagerapport uit die tijd geeft aan dat de waterlinie toen voorkomen heeft dat Duitsland ons heeft aangevallen. De laatste mobilisatie was in 1939-1940 aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Het systeem bleek toen jammerlijk verouderd, de Duitsers vlogen er gewoon overheen.

Na de Tweede Wereldoorlog blijkt de Waterlinie haar waarde verloren te hebben. Ook Loevestein verliest zijn militaire functie. Bij Koninklijk Besluit van 18 oktober 1951 is Loevestein opgeheven als militair steunpunt. Gelukkig is het wel blijven bestaan als ‘monument van verdediging’.

UNESCO Werelderfgoed

Tegenwoordig is het open Linielandschap het grootste Rijksmonument van Nederland en maakt het onderdeel uit van het UNESCO Werelderfgoed de Hollandse Waterlinies.

Breng de Hollandse Waterlinie zelf tot leven door een bezoek te brengen aan ‘1001 bommen en granaten‘ in de vesting en het kasteel.

Meer geschiedenis

Wil je meer weten over de geschiedenis van Loevestein? Lees over de Middeleeuwen toen het slot gebouwd werd, of over de periode toen Loevestein een staatsgevangenis was. De bekendste gevangene was Hugo de Groot.